vrouwen dromen jongensdromen

Speech uitgesproken bij afscheid Cissy Siebel, stafarts CJG Rijnmond, 18 juli 2019

Vrouwen dromen jongensdromen

Vrouwen dromen jongensdromen. Dat klinkt misschien gek. Waarom dromen vrouwen geen meisjesdromen? Het antwoord is simpel: het begrip  ‘meisjesdromen’ bestaat niet. Het is niet te vinden in de online versie van Van Dale. Als je het woord op de website invoert krijg je als reactie ‘Geen resultaat voor meisjesdroom. Het woord is verkeerd gespeld of het staat niet in het woordenboek’. Vreemd. In de volksmond wordt meisjesdroom wel gebruikt. Al gaat het dan vaak over dromen van de prins op het witte paard. Een witte bruidsjurk met gigantische sleep of iets waar veel roze, tule en zoetigheid aan te pas komt.

Typ je ‘jongensdroom’ op de website van Van Dale, dan krijg je wel een reactie. De betekenis van jongensdroom is ‘sinds lang gekoesterde wens’. Iets wat je heel graag wilt. Maar zo’n ‘sinds lang gekoesterde wens’ hebben meisjes en vrouwen toch ook? In ieder geval is Cissy Siebel die mening toegedaan.
Ze benaderde me omdat ze bij haar afscheid aandacht wilde schenken aan ‘meisjesdromen’. Ze mailde: ‘In de jeugdgezondheidszorg is het empoweren van vrouwen en vrouwen helpen hun dromen na te jagen een regelmatig terugkomend thema, zeker gezien het feit dat kinderen het gezondst opgroeien in een omgeving die vrouwen gelijke rechten biedt en met een moeder die goed in haar vel zit doordat zij haar dromen, hoe groot of hoe klein ook, kan waarmaken’.

Vanmiddag neem ik u mee naar de dromen van een aantal vrouwen. Vrouwen die alles op alles zetten om hun droom uit te laten komen. Vrouwen die tegen de stroom inroeien, die weerstand ondervinden maar doorzetten. Vrouwen die medestanders vinden, struikelen en weer opkrabbelen.

De eerste is Aletta Jacobs. In 2019, het jaar waarin we 100 jaar algemeen kiesrecht vieren, kan deze voorvechtster van vrouwenkiesrecht niet ontbreken. Aletta Jacobs, die op meer terreinen de weg bereidde. Aletta Jacobs:
De eerste vrouw in Nederland die een HBS bezocht;
De eerste vrouw die een universitaire studie afrondde en arts werd;
De eerste vrouw die promoveerde.
En de vrouw die vocht voor vrouwenkiesrecht.

In haar memoires schrijft Aletta: ‘Van mijn zesde jaar af heb ik steeds met de meest mogelijke beslistheid verklaard, dat ik, net als Pa en Julius, dokter wou worden. Geen oogenblik is toen of later de gedachte bij mij opgekomen, dat dit voor een meisje moeilijk zou gaan. Hoe kon dat ook? Thuis werd immer tusschen jongens en meisjes geenerlei verschil gemaakt.’ Toch kostte het haar heel wat moeite en inventiviteit om haar doel te bereiken.
Aletta bezoekt na de lagere school korte tijd een deftige jongedamesschool, maar dat bevalt haar allerminst. Ze stopt ermee en gaat thuis aan de slag: haar moeder helpen in het huishouden en ’s avonds neemt ze lessen Frans en Duits. Hoewel ze vlot leert, is dit leven geen succes. Ze doet diverse pogingen om het vak van modiste en Latijn en Grieks te leren. Ze doet examen voor leerling-apotheker en slaagt daarvoor. Ze zit een blauwe maandag als toehoorder op de HBS (de school was uitsluitend voor jongens bestemd, maar er stond nergens dat meisjes geen toehoorder mochten zijn), maar ze vindt er geen bevrediging in.

Als ze hoort dat een jongen met het diploma leerling-apotheker toegelaten is tot de universiteit, schrijft ze een brief naar minister Thorbecke om toestemming te vragen om de universiteit te bezoeken. De minister wil alleen akkoord gaan als Aletta’s vader er mee in kan stemmen. En dat kan hij. Zo wordt Aletta de eerste vrouw die geneeskunde gaat studeren. Zij beseft niet dat ze daarmee wegen opent voor andere vrouwen.
‘Toen ik student werd’, schrijft Aletta, ‘was ik, in den volsten zin van ’t woord, een eenvoudig dorpskind, lichamelijk zwak en sexueel nog in ’t geheel niet ontwikkeld. Een sterke wilskracht en de zucht om te studeeren waren de eenige dingen, waardoor ik mij van andere kinderen heb onderscheiden, als dat groote woord in dit verband moet worden gebruikt. Een strijdster voor de rechten der vrouw ben ik pas later geworden, toen de studentenjaren reeds tot het verleden
behoorden’.

Tijdens haar studie en in de periode dat zij promoveerde wordt ze gevolgd door ene Victor Gerritsen die haar regelmatig een hartelijke brief stuurt. Als Aletta zich na haar studie en promotie in Amsterdam vestigt en een huisartsenpraktijk start, vraagt Victor toestemming aan Aletta’s vader om persoonlijk kennis met Aletta te maken. Omdat hij een fatsoenlijke man lijkt is er geen bezwaar en het persoonlijke contact leidt eerst tot vriendschap en later liefde.
Aletta houdt gratis spreekuur in de Amsterdamse Jordaan waar ze in aanraking komt met de armste bevolking van de hoofdstad. De armoede en ‘schandelijke woningtoestanden’ roepen een grote verontwaardiging bij Aletta op, net als de ziekten die ontstaan ten gevolge van ongewenste zwangerschappen. Deze drie factoren leiden tot diepingrijpende problemen. Aletta vraagt er aandacht voor en roept op tot geboortebeperking. Ze moet een bittere strijd voeren om haar
denkbeelden hierover ingang te doen vinden.

Naast haar werk is Aletta geïnteresseerd in ‘de strijd voor de politieke ontvoogding van de vrouw’: de strijd voor vrouwenkiesrecht. Al op veertienjarige leeftijd is ze een overtuigd voorstandster ervan. Tijdens een studiereis naar Londen maakt ze kennis met de Engelse suffragettes. Met hen, en met andere voorvechters van het vrouwenkiesrecht houdt ze haar leven lang contact.
Omdat er volgens de letter van de wet geen beletsel is om zich te kandideren voor de kieslijst, stuurt ze in 1883 een brief naar Burgemeester en Wethouders van Amsterdam. Dit schrijven wordt onder grote hilariteit voorgelezen, niemand neemt het serieus, omdat, zoals ze later per brief te horen krijgt, volgens de geest van de wet aan vrouwen geen kies- of stemrecht is verleend. De kranten schrijven dat ‘de Nederlandsche vrouw tevreden is met de haar toebedeelden werkkring. Zij wenscht zich niet te bemoeien met de politiek’. Helaas scharen de dan bestaande vrouwenbladen zich in hetzelfde kamp. Het wordt een langdurige strijd, die Aletta aangaat, ondersteund door haar man Carel en samen met gelijkgestemde vrouwen in Nederland en ver daarbuiten. Ze is in 1894
medeoprichter van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht en staat in 1904 aan de wieg van de Wereldbond voor Vrouwenkiesrecht.

Als je in Van Dale zoekt naar de betekenis van het woord droom staat daar: ‘Gedachten, beelden die in de slaap voor de geest komen’. En als tweede betekenis: ‘fantastische toekomstbeelden’. Aletta’s droom van algemeen kiesrecht is zo’n fantastisch toekomstbeeld. Ze moet er lang op wachten. Het duurt tot 1919 voor er passief én actief kiesrecht voor mannen én vrouwen in Nederland is. Dat vieren we dit jaar, onder andere in Groningen, waar Aletta geëerd is met een
standbeeld, met een tentoonstelling in het Groninger Museum. Een aanrader, kan ik u zeggen.

Voor de volgende vrouw met een droom maken we een sprong in de tijd. Naar 2009, het jaar waarin de hele wereld in de ban is van de droom van een dertienjarig meisje. Een droom die minstens zo controversieel is als de dromen van Aletta Jacobs. Ik heb het over Laura Dekker, een meisje dat in
een interview met het Algemeen Dagblad zegt dat ze solo de wereld rond wil zeilen.
Laura doet in niets denken aan de meisjes van dertien uit het liedje van Paul van Vliet. In tegenstelling tot wat Paul van Vliet over haar leeftijdgenoten zingt ‘weten helemaal niet wat ze moeten’, weet Laura precies wat ze wil. Haar wens om de wereld rond te zeilen klinkt velen vreemd in de oren. Onverantwoord, gekkenwerk, zijn de reacties. Voor wie de geschiedenis van Laura kent, weet dat het idee niet uit de lucht komt vallen.

De ouders van Laura maken een wereldreis als ze in Nieuw Zeeland geboren wordt. De eerste vier jaar van haar leven brengt Laura door op een schip op zee. Op haar zesde krijgt ze haar eerste eigen boot: een Optimist die twee jaar later wordt ingeruild voor een grotere boot, een Mirror. Als ze tien jaar is, is Laura toe aan een andere, weer grotere boot. In de schoolvakanties vaart ze daarmee wekenlang in haar eentje door Nederland. Als ze twaalf is zeilt ze zeven weken alleen over de Waddenzee en de Noordzee. Geen wonder, dat de wijde wereld trekt. Voor Laura en haar ouders lijkt het een logische stap, maar daar is niet iedereen het mee eens.
In mei 2009 maakt Laura in haar zeilboot een solo-oversteek van Maurik naar Lowestoft in het Verenigd Koninkrijk. De havenautoriteiten vragen haar vader om haar op de terugweg te begeleiden, omdat ze de tocht voor een 13-jarige te gevaarlijk vinden. Tot de aankomst van haar vader verblijft Laura een paar uur in een Brits kindertehuis. Als haar vader is gearriveerd, laat hij haar alsnog alleen met haar boot terug naar Nederland vertrekken.

Na de publicatie van haar voornemen een solo zeilreis over de wereld te maken vraagt Laura toestemming om tijdens de reis via de Wereldschool onderwijs te volgen. Dat verzoek wordt door de leerplichtambtenaar afgewezen. In de periode daarop volgen diverse rechtszaken over schorsing van het ouderlijk gezag, ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing. De kranten staan er bol van en de term ‘zeilmeisje’ eindigt op plek 7 in de lijst ‘woord van het jaar’. Iedereen vindt er wat van.
Kunnen ouders beoordelen of hun kind mentaal en fysiek sterk genoeg is om zo’n uitdaging aan te gaan?
Wanneer ben je oud genoeg om de verantwoordelijkheid te nemen voor een soloreis om de wereld?
Is er een strakke lijn te trekken?
Hoe bepaal je of iemand psychologisch in staat is zo lang alleen te zijn met de elementen?

Laura kan door een handig tracking systeem vanuit Nederland in de gevolgd worden. Aan boord zullen voldoende en verschillende middelen zijn om met de buitenwereld te communiceren, maar uiteindelijk staat ze er alleen voor.
De rechtszaken, aangespannen door de Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg, zorgen voor vertraging van de start van de reis maar  uiteindelijk zijn er in mei 2010 geen beletselen meer. Laura kan haar reis maken.

Laura is niet de eerste jongere die solo rond de wereld vaart. De Brit Michael Perham is met zijn 17 jaar tot dan de jongste. Anderen hebben pogingen gewaagd, zoals een zestienjarige Australische, maar die pogingen strandden. Laura bereidt haar reis goed voor en kiest voor een route die de meeste kans op succes biedt. Volgens kenners doet ze alles om risico’s tot het minimum te beperken en gedurende haar reis maakt scepsis plaats voor stille bewondering. Laura Dekker laat zien een betrouwbare zeilster te zijn. Op 21 januari 2012 komt Laura aan in Sint Maarten. Haar droom is uitgekomen.

De tocht van Laura staat anno 2019 opnieuw in de belangstelling dankzij de tv-uitzending Iedereen had het erover. Art Rooijakkers blikt daarin, samen met Laura, terug op haar reis en alle commotie er omheen. Laura is inmiddels moeder van een zoontje en woont met haar man in haar geboorteland Nieuw Zeeland. Haar verhaal blijft tot de verbeelding spreken en ze wordt nog steeds gevraagd lezingen erover te geven.

Voor het najagen van je dromen heb je lef nodig. Gewoon proberen, niet bang zijn, positief denken. Pipi Langkous, al generaties lang de heldin van drommen meisjes en jongens, zegt het zo mooi: “Ik heb het nog nooit gedaan dus ik denk dat ik het wel kan”. Pipi is niet bang, durft alles en helpt haar schuchtere vriendjes Tommy en Annika over de streep.

Soms hebben mensen een duwtje nodig om te ontdekken wat ze kunnen, waar hun talent ligt. Dat geldt bijvoorbeeld voor de derde vrouw waarover ik wil spreken. De derde vrouw die haar droom leeft: Shanice van de Sanden.
De voetbalster die vorige maand, tijdens het wereldkampioenschap volop in het nieuws was.
De voetbalster met het bijzondere kapsel en de rood gestifte lippen.
De voetbalster die in 2008 debuteerde in het Nederlands elftal.

Het verhaal heeft een totaal ander begin dan dat van Aletta Jacobs en Laura Dekker. De start van Shanice van de Sanden is wat minder rooskleurig.
Shanice groeit op in IJsselstein, in een gezin met zes kinderen van drie verschillende vaders. De familie heeft het niet breed en de kinderen verdienen wat bij door kranten rond te brengen. Ze vertelt erover in een interview met Trouw: ‘Heel IJsselstein kent ons als de krantenmeisjes en de
krantenjongen. We liepen in de sneeuw en in de kou. Dan kiepte je fiets om omdat die kranten te zwaar waren, met de wind vol over straat. Ik had van die dagen dat ik dacht: hoe lang moet ik dit doen om mijn geld te verdienen?’.

Dat Shanice voetballer wordt, ligt niet voor de hand. Ze heeft weinig interesse in sport. Zit op haar kamer, speelt computerspelletjes, luistert naar muziek en sms-t met vriendinnen. Een buurman vindt dat er wat moet gebeuren en hij meldt haar aan bij de plaatselijke voetbalvereniging. Shanice is dan
twaalf jaar en speelt eerst in een jongenselftal, pas later in een meisjesteam. Ze blijkt een talent.
In 2008 debuteert ze in de Eredivisie bij FC Utrecht. Twee seizoenen later vertrekt ze naar Heerenveen en weer een jaar later naar FC Twente. Het buitenland lonkt in 2016: haar internationale carrière begint in Liverpool en in 2017 maakt ze de transfer naar Olympique Lyon.

In 2008 haalt Vera Pauw de zestienjarige Shanice naar het Nederlands elftal. Vera Pauw, de pionier van het vrouwenvoetbal. Vera, die het vrouwenvoetbal op de kaart zet en dan bondscoach is. In Andere tijden sport, vertellen Vera en Shanice beiden over deze periode. Shanice zit op dat moment op het VMBO. De opleiding vindt ze wel leuk, maar naar school gaan valt niet mee. Ze komt vaak te laat, spijbelt en mist veel lessen. Vera neemt daar geen genoegen mee. “Niet naar school – niet voetballen”, luidt de boodschap. Ze belt Shanice ’s ochtends op, dwingt haar tot het maken van huiswerk en geeft peptalks als ze
tentamens moet doen. “Als ik eenmaal op school ben, gaat het wel”, zegt Shanice. Ze haalt haar diploma en kan zich dan vol overgave op het voetbal storten.

De plek in het nationaal elftal lijkt van korte duur. Na twee jaar komt er een pauze waarin ze niet wordt opgeroepen of slechts als vervangster dan wel invalster. In 2017 bij het Europees Kampioenschap kan ze weer echt schitteren. In de openingswedstrijd maakt ze het enige doelpunt. In de groepswedstrijden staat ze drie keer in de basis en in Enschede, de plaats waar ze jaren voetbalde, wordt ze met het elftal Europees kampioen.
Helaas brengt het WK deze zomer niet wat ze ervan verwacht. Shanice is niet in topvorm. ‘Het is heel vervelend, maar ik denk ook dat iedere topsporter wel eens een mindere periode heeft’, zegt ze daarover. ‘Dat dat precies tijdens dit toernooi is, is natuurlijk ontzettend balen.’ Maar Shanice zit niet bij de pakken neer. ‘Kop omhoog en doorgaan.’

Hoewel ze er inmiddels haar boterham mee verdient, zet Shanice niet al haar kaarten op het voetbal. Voor ze in 2016 van Enschede naar Liverpool verhuist, volgt ze een kappersopleiding. Ze is van plan die na haar voetbalcarrière af te maken. ‘Ik moet nog anderhalf jaar’, zegt ze. ‘Als ik geen voetbalster was geworden, was ik kapster geworden. Een eigen kapperszaakje in Utrecht zie ik wel voor me. Zo’n winkel met ergens achterin een koffietentje waar de mensen lekker kunnen kletsen en een koffietje kunnen drinken.’
Zelfs, of misschien kun je beter zeggen óók, een stervoetballer als Shanice, heeft een droom.

Vrouwen dromen jongensdromen.
Aletta, Laura en Shanice zijn voorbeelden die tot de verbeelding spreken. Zij zijn niet de enigen. In binnen- en buitenland zijn er talloze vrouwen die net als mannen hun dromen najoegen en najagen. Al eeuwenlang. Zangeres Anouk maakte er dit voorjaar een prachtig nummer over: It’s a new day. In
de bijbehorende videoclip portretteert ze 28 iconische vrouwen. Ze licht haar keuze toe: ‘Sommige van deze vrouwen zijn de eersten die erkend werden in hun
vakgebied, sommigen hadden de moed voor zichzelf op te komen en de eerste stap te zetten naar gendergelijkheid en sommigen zijn huidige leiders en activisten, maar er is één ding dat ze allemaal gemeen hebben: ze vechten voor datgene waar ze in geloven en zijn daarom een geweldig voorbeeld voor de hedendaagse samenleving en een inspiratie voor jonge meisjes over de hele wereld’.

We kunnen niet allemaal zijn als activiste Malala, weldoenster moeder Theresa of kunstenares Frida Kahlo. We dromen niet allemaal de dromen van luchtvaartpionier Amelia Earhart, mode-ontwerpster Coco Chanel of talkshowhost Oprah Winfrey. We kunnen niet allemaal tennissen als Serena Williams,
zijn niet zo heldhaftig als Jeanne d’Arc en trouwen geen prins zoals Lady Diana.
Misschien droom je net als Aletta Jacobs van een studie, van een reis om de wereld in je eentje zoals Laura Dekker of van een eigen zaak zoals Shanice van de Sanden. Grote en kleine dromen. Dromen waar je veel voor moet doen en dromen die wellicht makkelijker te verwezenlijken zijn. Werk eraan, net als die vrouwen over wie ik net sprak. Zie kansen, overwin tegenslag, ga ervoor. Je hoeft het niet alleen te doen. Zoek hulp, vind mensen die je steunen. Zoals Victor Gerritsen dat deed bij Aletta, zoals Laura werd geholpen door haar vader en zoals Shanice op én buiten het voetbalveld gecoacht werd door Vera Pauw.

Mensen dromen. Vrouwen net zo goed als mannen. De voorbeelden spreken voor zich. Het is onderhand tijd voor een eigen plek in het woordenboek.
Meisjesdroom: sinds lang gekoesterde wens.